Sociaal werker (maatschappelijk werker)

Een sociaal werker helpt mensen die problemen hebben in het dagelijks leven. Dat kan gaan over geld, school, werk, ruzie thuis, stress, verslaving of eenzaamheid. Jij luistert, denkt mee en helpt iemand weer grip te krijgen op zijn of haar situatie. Soms geef je zelf hulp, soms regel je dat iemand bij de juiste organisatie terechtkomt. Je werkt met verschillende mensen, dus elke dag is anders.

Waar kun je werken?
Je kunt werken bij een welzijnsorganisatie, een gemeente, een jeugdhulpinstelling, een buurtteam of in de zorg. Ook op scholen, in opvangcentra of bij organisaties voor ouderen of mensen met problemen thuis werken sociaal werkers. Je werkt op kantoor, maar ook vaak bij mensen thuis of in de wijk.

Welke vaardigheden heb je nodig?

• Goed kunnen luisteren.
• Inlevingsvermogen hebben.
• Duidelijk kunnen praten en uitleggen.
• Geduldig zijn.
• Oplossingsgericht denken.
• Grenzen kunnen stellen.
• Goed kunnen samenwerken met andere hulpverleners.
• Om kunnen gaan met vertrouwelijke informatie.

 
Wat zijn je belangrijkste taken?

• Gesprekken voeren met mensen die hulp nodig hebben.
• Samen met iemand een plan maken om problemen aan te pakken.
• Helpen bij praktische dingen, zoals formulieren of contact met instanties.
• Doorverwijzen naar andere hulp of zorg als dat nodig is.
• Contact houden met scholen, familie of andere organisaties.
• Bijhouden van verslagen en afspraken.
• Mensen motiveren en begeleiden naar een betere situatie.